Wat is het?
Het Carpaal tunnel syndroom is een toestand waarbij een zenuw (de nervus medianus) gekneld geraakt in de carpale tunnel aan de pols. Dit is een nauw kanaal gevormd door de polsbeentjes met stevig peesblad waarin de nervus medianus en de buigpezen naar de hand lopen. Door zwelling in deze tunnel stijgt de druk en raakt de zenuw verdrukt.
Hoe herken ik het?
De klachten bestaan uit een prikkelend of pijnlijk gevoel in de hand en de vingers, vooral de duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger. Ook kan een doof gevoel van de vingertoppen en de hand ontstaan en een gevoel alsof de handpalm is opgezwollen. Mogelijk treedt er krachtverlies op in de hand, waardoor je zomaar dingen uit de hand kunnen vallen. De pijn kan uitstralen via de onderarm en elleboog tot in de schouder.
‘s Nachts nemen deze klachten vaak in ernst toe waardoor je er wakker van kan worden. Hoewel de klachten meestal aan één hand voorkomen, kan je ook last krijgen aan de andere hand. Merkwaardig genoeg treedt CTS nogal eens tijdens zwangerschap of aan het begin van de overgang op.
De behandeling(en)
Spalken
Een ondersteunende spalk kan ’s nachts gedragen worden om de klachten te verminderen bij lichte symptomen van CTS.
Infiltratie
Een infiltratie met een lokaal verdovingsmiddel en corticoïden wordt in de carpale tunnel gespoten. Het doel van deze inspuiting is de zwelling en de druk in te verminderen.
Bij matige druk kunnen de klachten na infiltratie aanzienlijk verminderen en soms zelfs definitief verdwijnen. Bij ernstige druk op de zenuw geeft een infiltratie meestal geen resultaat. De complicaties van deze behandeling zijn klein.
Medicatie
Ontstekingswerende medicatie neemt de druk rond de zenuw niet weg, maar kan wel helpen om de pijn te verlichten.
Operatie
Dit is enkel nodig indien de hierboven beschreven maatregelen niet helpen of indien je een ernstige druk op de zenuw ervaart. Deze ingreep gebeurt via een eendagsopname in het chirurgisch dagziekenhuis.
De operatie gebeurt onder korte algemene of locoregionale verdoving; dit is een techniek waarbij enkel je arm verdoofd wordt. In beide gevallen is het noodzakelijk dat je vanaf middernacht nuchter blijft. Ook het drinken van water is niet toegestaan.
Het doel van de ingreep is de tunnel te vergroten en de druk op de zenuw te verminderen. Via een insnede in de handpalm wordt het dikke carpale ligament, d.i. het dak van de tunnel, doorgesneden.
Mogelijke problemen en complicaties van de ingreep
- Bij zeer ernstige druk op de zenuw is het mogelijk dat zelfs na een ingreep de klachten niet volledig verdwenen zijn.
- Wondinfectie.
- Dystrofie, d.i. een combinatie van pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers die optreedt na de operatieve behandeling. De afwijking dient vroegtijdig behandeld te worden om functiestoornissen te voorkomen.
- De knelband die wordt gebruikt om de operatie onder bloedleegte te kunnen uitvoeren, kan aanleiding geven tot klachten, zoals bijvoorbeeld een gevoel van kneuzing. Dit verdwijnt na verloop van tijd.
Revalidatie
In sommige gevallen is het nodig kinesitherapie te volgen om sneller een goede handfunctie te bekomen.
Nabehandeling
Na de ingreep draag je gedurende 24u een drukverband. Het is verstandig dat je de eerste dagen de vingers goed beweegt. Dat zal eerst wat moeizaam gaan, maar na enkele dagen lukt dat al veel beter.
Houd de plaats van insneden droog tot de hechtingen na 14 dagen verwijderd worden bij de huisarts. Nadien mag je de pols samen met de vingers bewegen.
Wat je ook nog moet weten
Mochten je vingers de dag van de operatie of de dag erna blauw en koud worden of krijg je veel meer pijn, neem dan zo snel mogelijk contact op met de dienst Spoedgevallen.
De tintelingen en nachtelijke pijn zullen vrij snel na de ingreep verdwenen zijn. Wel zal je enkele weken pijn rond en op het litteken ondervinden. Er bestaat ook een tijdelijk krachtsverlies.
Selecteer je arts
Artsen
Specialisaties
Blessures
Onderzoeken
Contacteer ons
Gewrichtskliniek
Jos Ratinckxstraat 1 / 53
2600 Berchem
Tel: 03/237 35 74
Mail: info@gewrichtskliniek.be