Wat is het?
Schouderinstabiliteit betekent dat je schouder te ‘los’ zit. De structuren die voor stabiliteit zorgen functioneren niet goed, wat kan leiden tot gedeeltelijke of volledige ontwrichting van het schoudergewricht. Deze aandoening kan optreden na een sporttrauma, maar kan ook aangeboren zijn.
Hoe herken ik het?
Bij beweging van de schouder treedt pijn op, vooral wanneer je naar achter reikt. Je hebt terugkerende luxaties (ontwrichting), wat je ongerust of zelfs bang maakt om de schouder teveel te bewegen.
Schouderbeweging kan ook een hoorbare en voelbare klik geven.
Diagnose
De diagnose van schouderinstabiliteit kan al gesteld worden bij het lichamelijk onderzoek. Je kan een standaard radiografie van de schouder verwachten, waarna met een arthro-CT scan de diagnose bevestigd wordt. Doorgaans blijkt dat het labrum (kraakbeenring) van de rand van het gewrichtsvlak is gescheurd.
Behandeling
Bij een duidelijke instabiliteit is een operatieve ingreep noodzakelijk. Via een arthroscopie wordt het labrum weer op het gewrichtsvlak van het schouderblad bevestigd.
Indien je contactsporten beoefent, of bij terugkerende klachten, zal je arts je mogelijk adviseren om een Latarjet-procedure te laten uitvoeren. Hierbij wordt een beenderig uitsteeksel van het schouderblad (coracoid) naar de rand van het schouderblad verplaatst. Dit fungeert dan als een (beenderige) bumper die de schouder gaat stabiliseren.
Revalidatie
Om de schouder voldoende aan te sterken is een revalidatie van enkele maanden nodig. Het letsel heeft deze tijd ook nodig om voldoende te kunnen genezen. Je kinesist zal met jou een oefenschema uitwerken. Dit is van cruciaal belang voor je herstel.
Selecteer je arts
Heinz Hulsmans
Dokter
Gespecialiseerd in schouders, knieën, traumatologie en sportletsels
